vrijdag 24 februari 2012

Waarderen: broccolisoep

Ik houd van broccoli. Het supervoedsel. Goed voor lijf en hersenen. Zeggen ze. Ik houd vooral van broccoli, omdat het zo'n prachte on-Nederlandse naam heeft. Broccoli is de meervoudsvorm van broccolo, dat betekent in het Italiaans 'jonge scheut'. Ik houd ook van broccoli, omdat het er zo mooi uitziet. Fris groen, met piepkleine frummelblaadjes of bolletjes. Heel anders dan zijn Hollandse nichtje bloemkool (Ja, bloemkool is vrouwelijk, een echte Hollandse boerenmeid: blank, ietwat grof en zonder fratsen.).

Mijn gezin houdt niet van broccoli. De kinderen hebben een natuurlijke walging van alles wat groen en gezond is. Broccoli valt daar dus ook onder en het helpt ook niet mee dat hun vader er ook niet zo dol op is. Ik verstop het dus soms, in de lasagne ofzo. Afgelopen week had ik het ook in huis gehaald. 'We eten toch geen broccoli?', vroeg oudste zoon, zijn neus al optrekkend. 'Nee, ik ga er soep van maken', zei ik. Hij keek verheugd. Soep is hier in huis iets voor volwassenen. Hij eet af en toe anderhalve lepel tomatensoep, de andere twee beginnen niet eens aan warme, vloeibare groente.

Hij was erg lekker, de broccolisoep. Het beste compliment kwam van manlief: 'Lekker, het smaakt nauwelijks naar broccoli.' Daar heb ik nog geprobeerd mijn zonen mee over de streep te halen, maar ze trapten er niet in. Ik ben geen keukenprinses, maar dit was zo makkelijk, lekker en gezond dat ik het met een ieder wil delen.

Stap 1 Wat heb je nodig?


Olie
Aardappel
Ui
Bouillonblokjes
Knoflook
Roomkaas
Broccoli

Stap 2 Bereiding

Fruit de knoflook
en de ui (tot-ie glazig wordt inderdaad)
 in een wok.

Voeg de klein gesneden broccoli
toe en wat water en de bouillonblokjes.
Oja, ook de aardappel (in stukjes)



Als alles gaar en zacht is,
stampen maar
(of beter: gebruik een blender)!



Na toevoeging van een driekwart
tot half kuipje roomkaas
ziet-ie er zo uit. 



Ja en dan is de soep wel zo'n beetje klaar. Opdienen, bruine boterham met kaas erbij en genieten maar! 



maandag 20 februari 2012

Werk: De klas van '79/'80

Kijk, mijn oude schoolfoto. De vierde klas. Tegenwoordig zou dat groep zes zijn. Ik sta uiterst links. Mijn meester van toen staat aan de rechterkant. Het is 32 jaar geleden. En die meester is nu mijn collega.

Sinds twee weken werk ik als onderwijs-assistent op een lagere school. Ik heb op een mooie dag in dit nieuwe jaar een open sollicitatiebrief geschreven dat ik wel aan de slag wilde in het onderwijs als bijvoorbeeld onderwijs-assistent. Ik heb namelijk geen PABO gedaan en heb ook geen ervaring. Veel meer dan assistent leek me er niet in te zitten. Ik stuurde deze brief naar een overkoepelende organisatie met een stuk of wat scholen onder zich. Ik kreeg een mail terug dat er momenteel geen werk was en een dag later een telefoontje dat er wel degelijk werk was. Na een gesprek en een proefdagje meedraaien was ik aangenomen als vervanger van een zieke. Ik gaf mijn nieuwe collega's een handje, zei mijn naam en hoorde een wat oudere leerkracht zeggen: 'Oud-leerling?'

Ik ben inderdaad een oud-leerling van deze school. Met het verschil dat ik op de dependance zat en dat de school toen heel anders heette. Ik sloeg er verder geen acht op, ging aan de slag en bedacht veel later dat hij dat niet voor niets had gezegd. Ik groef in mijn herinneringen, kon niets bedenken en vroeg mijn moeder om raad. Ik had alleen zijn voornaam verstaan. Zij wist vrijwel meteen om wie het moest gaan. Ik riep heel resoluut dat ik daar nooit bij in de klas had gezeten en dat het dus bij mijn broer moest zijn geweest. Mijn moeder twijfelde.

Ik ging op zoek naar mijn oude klassefoto en vond deze foto. In de map zat ook mijn oude rapport. Het ging wel degelijk om de meester uit de vierde klas. Ik keek naar de foto, probeerde mijn nieuwe collega voor de geest te halen en de twee gezichten samen te voegen. Maar het lukte niet. Op de site van de school tuurde ik naar de meest recente klassefoto en zag geen gelijkenis. Op de eerstvolgende werkdag nam ik de foto mee.

Samen bekeken we de foto. Hij pikte mij er direct uit. Hij vertelde dat hij me wel had herkend als oud-leerling, maar niet meer precies wist hoe en wat en ook mijn naam niet meer wist. Hij wist nog wel veel andere namen uit mijn oude klas op te noemen. Namen die ik alweer was vergeten. Hij wist de naam nog van de jongen die een aantal jaren later overleed aan nootlottig ongeval. Ik wist dat nog wel, maar zijn naam was ik kwijt. Hij wist van sommige leerlingen wat ze waren gaan doen, wie hun ouders waren, met hoeveel ze thuis waren geweest.

Ik keek naar mijn oude meester en luisterde naar zijn stem. Ik groef in mijn herinneringen en dacht heel diep na. Ik weet nog van het schoolfeest in de eerste klas en de pukkel op de neus van de juf. Ik weet nog van de zwangerschap van de juf uit de tweede klas en het feit dat ik op haar schoot mocht zitten toen ik gezakt was voor mijn zwemdiploma. Ik wist nog van de zachte stem van de meester uit de derde klas. Ik herinnerde me de strenge juf uit de vijfde klas die bij ons de grammatica erin stampte. Ik kon me mijn meester uit de zesde klas nog goed voor de geest halen, zijn gitaar en zijn rode hoofd als hij een lastige leerling op de gang zette. Maar ik herinner me niets van de vierde klas. Niets van deze meester. Ik heb lang nagedacht, weet nog met wie ik speelde, wat ik speelde, waar we op vakantie naar toe gingen. Ik weet nog hoe graag ik las en hoe mijn kamer er uit zag. Ik weet zelfs nog hoe zacht mijn trui aanvoelde die ik aan had op de foto. Ik heb een jaar lang naar deze man gekeken. Naar deze man geluisterd. Ik deed het niet slecht, dat kan ik terug zien op mijn rapport. Maar ik weet niets meer. Het is blanco, het is leeg. Zijn uiterlijk nu en zijn stem maken niets in me los.

Mijn oudste zoon Julian is nu ongeveer net zo oud als ik was op die foto. En ik vraag me af of hij over 30 jaar het ook niet meer weet. Hoe hij in de klas heeft geluisterd naar zijn meester en juf. Hoe moeilijk hij het vond om de boekbespreking te houden. Hoe leuk hij het vond om topografie te leren. Ik hoop dat hij het wel ergens opgeslagen heeft. Maar misschien hoort dat gewoon bij een negenjarige. Dat je je met hele andere zaken bezighoudt dan je meester of je juf. Dat diegene er gewoon is en je lesgeeft, niks meer en niks minder.



Mijn jongste zoon is twee jaar. Hij bekeek de foto en wees naar het blonde joch naast me. 'Nie', zei hij. En inderdaad, hij heeft wat weg van mijn middelste zoon, Finn. Daarna wees hij mij aan: 'Juju.' Ik zei: 'Nee, dat is toch een meisje. Misschien is dat Julian, of dat?' En ik wees wat jongens aan. Maar hij schudde zijn hoofd en legde zijn kleine vinger weer op mij: 'Juju', zei hij nogmaals.

zaterdag 18 februari 2012

Wonen, werken en waarderen

Stom natuurlijk, dat ik nog een blog begin naast mijn slecht onderhouden andere blog. (http://www.letterkundig.blogspot.com/) Maar ik voel een behoefte, een onweerstaanbare drang. Een druk die ik niet kan verklaren. Ik moet gewoon. Dus ik ben er een begonnen op deze zaterdagavond die ik alleen thuis doorbreng. Ik zit barstensvol ideeën, vol met gedachtes en gevoelens. En ik moet het ordenen, het een plaatsje geven. Ik wil jullie laten meedelen in mijn passies, in mijn (nieuwe) werk, in mijn drukke leven. En al is er geen kip die het leuk vindt, wat maakt het uit.... Ik heb allang ondervonden dat ik gewoon moet doen wat ik wil.

Oke. De titel van mijn blog. Net even in vijf tellen bedacht. WWW. Leek me grappig. Staat dus voor Wonen, Werken en Waarderen.


Wonen
Wonen, omdat ik woonbladen verslind. Ik wil ook een mooi, opgeruimd, hip en grappig huis. Vol met designerspul, leuke zelfmakers, handige meubels, mooie details en moderne snufjes. Stiekem droom ik er wel eens van om in een woonwinkel te gaan werken. Of om er zelf een te gaan beginnen. En die blogs over wonen vind ik helemaal fantastisch. Mooie foto's, prachtige meubels, om je vingers bij af te likken. Eens kijken of ik dat ook kan. Of om mijn eigen woonperikelen met iedereen te gaan delen.

Wonen is ook ruimer op te vatten. Ik woon in dit huis met vier andere mensen. Vier mannelijke mensen om precies te zijn. Dat levert conflicten op. Grappige situaties. Onmogelijke discussies. En rommel. Van colaflessen op de aanracht tot aan treinbanen op de vloer. Ik ben zelf ook een rommelkont. Tot ergernis van man nummer 1 in dit huis. Maar wel mooi dat ik nooit en hij regelmatig sleutels kwijt ben.

Werken
Werken, omdat ik sinds kort weer aan het werk ben. Heel ander werk dan dat ik tot nu toe heb gedaan. Ik was tot 31 december 2010 puzzelredacteur. Een logische keuze na een studie Nederlands, met een voorkeur voor taalspelletjes, taalkronkels en taalbijzonderheden. Ik ben nog steeds dol op taal. Maar ik was ook toe aan iets anders. Nu ben ik (tijdelijk) onderwijs-assistent in groep 1/2 op een school met veel taalarme kinderen. Een school die er alles aan doet om haar leerlingen te begeleiden bij de taalontwikkeling en het taalonderwijs. En daar zit ik ook weer op mijn plek, want ik mag daar mijn steentje aan bijdragen.

Waarderen
Er bleef nog één 'W' over. Dat werd de W van waarderen. Want ik wil ook schrijven over alles wat ik waardeer. Waar ik bewondering voor heb. Wat me inspireert en wat me raakt. Waar ik harder voor loop en waar ik mijn borst voor nat maak. Waar ik mijn liefde en toewijding in stop en waar ik blij van word. En soms wellicht ook wat me frustreert, waar ik tegen aan loop, waar ik feedback op wil, wat ik nu juist niet wil.

Het zijn deze 'W's' die me gaan leiden. Het zijn ook de letters van wie, wat, waar en waarom. Zodat ik mezelf open vragen kan blijven stellen. En hoe kan dat beter door middel van het schrift?

Het is natuurlijk hartstikke saai, zo'n lap tekst. Daarom een fotootje toe. Eens kijken of ik iets met de letter W kan vinden....


Nou, is het een mooie W of niet?