Kijk, mijn oude schoolfoto. De vierde klas. Tegenwoordig zou dat groep zes zijn. Ik sta uiterst links. Mijn meester van toen staat aan de rechterkant. Het is 32 jaar geleden. En die meester is nu mijn collega.
Sinds twee weken werk ik als onderwijs-assistent op een lagere school. Ik heb op een mooie dag in dit nieuwe jaar een open sollicitatiebrief geschreven dat ik wel aan de slag wilde in het onderwijs als bijvoorbeeld onderwijs-assistent. Ik heb namelijk geen PABO gedaan en heb ook geen ervaring. Veel meer dan assistent leek me er niet in te zitten. Ik stuurde deze brief naar een overkoepelende organisatie met een stuk of wat scholen onder zich. Ik kreeg een mail terug dat er momenteel geen werk was en een dag later een telefoontje dat er wel degelijk werk was. Na een gesprek en een proefdagje meedraaien was ik aangenomen als vervanger van een zieke. Ik gaf mijn nieuwe collega's een handje, zei mijn naam en hoorde een wat oudere leerkracht zeggen: 'Oud-leerling?'
Ik ben inderdaad een oud-leerling van deze school. Met het verschil dat ik op de dependance zat en dat de school toen heel anders heette. Ik sloeg er verder geen acht op, ging aan de slag en bedacht veel later dat hij dat niet voor niets had gezegd. Ik groef in mijn herinneringen, kon niets bedenken en vroeg mijn moeder om raad. Ik had alleen zijn voornaam verstaan. Zij wist vrijwel meteen om wie het moest gaan. Ik riep heel resoluut dat ik daar nooit bij in de klas had gezeten en dat het dus bij mijn broer moest zijn geweest. Mijn moeder twijfelde.
Ik ging op zoek naar mijn oude klassefoto en vond deze foto. In de map zat ook mijn oude rapport. Het ging wel degelijk om de meester uit de vierde klas. Ik keek naar de foto, probeerde mijn nieuwe collega voor de geest te halen en de twee gezichten samen te voegen. Maar het lukte niet. Op de site van de school tuurde ik naar de meest recente klassefoto en zag geen gelijkenis. Op de eerstvolgende werkdag nam ik de foto mee.
Samen bekeken we de foto. Hij pikte mij er direct uit. Hij vertelde dat hij me wel had herkend als oud-leerling, maar niet meer precies wist hoe en wat en ook mijn naam niet meer wist. Hij wist nog wel veel andere namen uit mijn oude klas op te noemen. Namen die ik alweer was vergeten. Hij wist de naam nog van de jongen die een aantal jaren later overleed aan nootlottig ongeval. Ik wist dat nog wel, maar zijn naam was ik kwijt. Hij wist van sommige leerlingen wat ze waren gaan doen, wie hun ouders waren, met hoeveel ze thuis waren geweest.
Ik keek naar mijn oude meester en luisterde naar zijn stem. Ik groef in mijn herinneringen en dacht heel diep na. Ik weet nog van het schoolfeest in de eerste klas en de pukkel op de neus van de juf. Ik weet nog van de zwangerschap van de juf uit de tweede klas en het feit dat ik op haar schoot mocht zitten toen ik gezakt was voor mijn zwemdiploma. Ik wist nog van de zachte stem van de meester uit de derde klas. Ik herinnerde me de strenge juf uit de vijfde klas die bij ons de grammatica erin stampte. Ik kon me mijn meester uit de zesde klas nog goed voor de geest halen, zijn gitaar en zijn rode hoofd als hij een lastige leerling op de gang zette. Maar ik herinner me niets van de vierde klas. Niets van deze meester. Ik heb lang nagedacht, weet nog met wie ik speelde, wat ik speelde, waar we op vakantie naar toe gingen. Ik weet nog hoe graag ik las en hoe mijn kamer er uit zag. Ik weet zelfs nog hoe zacht mijn trui aanvoelde die ik aan had op de foto. Ik heb een jaar lang naar deze man gekeken. Naar deze man geluisterd. Ik deed het niet slecht, dat kan ik terug zien op mijn rapport. Maar ik weet niets meer. Het is blanco, het is leeg. Zijn uiterlijk nu en zijn stem maken niets in me los.
Mijn oudste zoon Julian is nu ongeveer net zo oud als ik was op die foto. En ik vraag me af of hij over 30 jaar het ook niet meer weet. Hoe hij in de klas heeft geluisterd naar zijn meester en juf. Hoe moeilijk hij het vond om de boekbespreking te houden. Hoe leuk hij het vond om topografie te leren. Ik hoop dat hij het wel ergens opgeslagen heeft. Maar misschien hoort dat gewoon bij een negenjarige. Dat je je met hele andere zaken bezighoudt dan je meester of je juf. Dat diegene er gewoon is en je lesgeeft, niks meer en niks minder.
Mijn jongste zoon is twee jaar. Hij bekeek de foto en wees naar het blonde joch naast me. 'Nie', zei hij. En inderdaad, hij heeft wat weg van mijn middelste zoon, Finn. Daarna wees hij mij aan: 'Juju.' Ik zei: 'Nee, dat is toch een meisje. Misschien is dat Julian, of dat?' En ik wees wat jongens aan. Maar hij schudde zijn hoofd en legde zijn kleine vinger weer op mij: 'Juju', zei hij nogmaals.