woensdag 20 maart 2013

Pepijn




Morgen wordt onze Benjamin vier jaar. Weg peuter en hallo kleuter. Vier jaar is een mijlpaal. Vanaf dat moment ben je 'rijp' voor school. Ik weet nog heel goed dat Julian en Finn naar school gingen. Ze waren er aan toe. Hoe anders ligt dat met Pepijn.

Pepijn heeft ESM. Dat klinkt best erg. En zo heel erg is het nu ook weer niet. ESM staat voor Ernstige SpraakMoeilijkheden. Hij heeft een behoorlijke taal/spraakachterstand. In de praktijk betekent het dat hij praat op het niveau van een twee en een half jarige. Ongeveer. Hij maakt zinnen, maar die bestaan uit enkele woorden. En die woorden spreekt hij ook nog eens vaak verkeerd uit. Hij kan niet echt vertellen wat hij heeft gedaan op school. Of wat hij onderweg heeft gezien. Of wat hij graag voor zijn verjaardag wil. Hij kan niet echt spelen met leeftijdsgenootjes, want die begrijpen hem niet. Pepijn kan dan ook niet naar regulier onderwijs. Hij zou simpelweg verdrinken in een klas met 25 tot 30 kinderen. Hij kan niets vertellen in de kring. Hij kan niet meedoen met veel activiteiten. En hij kan alleen aan de juf duidelijk maken dat hij in de bouwhoek wilt spelen als ze veel geduld en vooral veel tijd voor hem heeft. Dat eerste heeft een kleuterjuf waarschijnlijk wel, maar het tweede niet.

We zijn bezig om een rugzak aan te vragen voor hem zodat hij naar speciaal onderwijs kan. Gelukkig bestaat er een basisschool hier in Alphen voor kinderen met deze problematiek. Er is zelfs al een speciale peutergroep opgericht waar Pepijn nu ook al drie dagdelen naar toe gaat. Daar zitten speciaal opgeleide medewerkers, een logopedist en een orthopedagoog. Daar wordt langzaam gesproken en wordt de taal ondersteund met tal van gebaren. Het is ontzettend veel werk om een rugzak (eigenlijk: een cluster 2-indicatie) aan te vragen. Veel testen, rapportages en andere verslagen moeten worden afgenomen en ingevuld. Maar die hobbel is genomen en nu is het afwachten.

Pepijn krijgt goede begeleiding. Wij zijn als ouders op cursus om ook de gebaren te leren die hem in zijn taal kunnen ondersteunen. Er is een goede kans dat hij op de juiste plek goed onderwijs gaat krijgen. Pepijn lijkt tot nu toe niet echt te lijden onder zijn taalgebrek. Hij is er zelden boos of gefrustreerd onder. Hij gaat enorm vooruit en leert elke week veel bij. Maar toch...

Toch blijft het bij mij knagen. Waar komt deze achterstand vandaan? Zijn het gewoon een paar hersenonderdeeltjes die wat laat zijn met verbinden? Of is het meer? Is dit een voorbode voor bijvoorbeeld ernstige dyslectie? Of is het nog meer?

Ik heb een tijd gedacht dat Pepijn niet alleen achter liep met praten, maar met veel meer dingen. Een van de vereisten om een rugzak te mogen aanvragen is een iq-test. Mocht het iq namelijk te laag zijn, dan hoort dat kind op weer ander onderwijs thuis. Pepijn heeft ook deze iq-test gedaan. Mijn lichte vrees dat hij laag zou kunnen scoren, was niet terecht. Pepijn scoorde juist behoorlijk hoog. Hij zit daarmee op een zgn. 'begaafd' niveau en kan bepaalde opdrachten aan die een gemiddeld kind pas een klein jaar later zou kunnen.

Maar in het gesprek met de orthopedagoog die de test had afgenomen, kwamen ook andere zaken voorzichtig naar voren. Pepijn was weliswaar een harde werker, liet zich niet snel afleiden en kon goed geconcentreerd bezig zijn, er was ook moeilijk tot hem door te dringen. Hij bleef lang hangen in een denkfout en hij maakte nauwelijks (oog)contact. Ze liet heel voorzichtig de term autisme vallen.

Kort daarna had ik een gesprek over de eerste weken van Pepijn in de peutergroep. En ook daar werd voorzichtig aangekaart dat Pepijn erg in zijn eigen wereld kan zijn, dat hij vaak pas echt luistert of opdrachten uitvoert als je hem persoonlijk aanspreekt en aanraakt. Dat hij geen contact maakt met de andere kinderen uit de groep. Dat hij vaak niet meedoet met de liedjes. Dat hij je niet aankijkt. En ook daar werd heel voorzichtig geopperd dat autisme mogelijk zou kunnen zijn.

Daarna sprak ik een psycholoog die een hele boute uitspraak deed: 'Een hoog iq en een taal/spraakachterstand? 90 tot 95 % sprake van autisme.'

En daar worstel ik nu mee. Het is net of ik Pepijn door een andere bril bekijk. Alsof er een laagje over het beeld wat ik van hem heb is gelegd. Een grauwig laagje dat ik steeds weg wil poetsen, maar dat steeds terugkomt. Alsof er een andere mannetje in hem gekropen is.

Ik ben niet gek. Ik google. Of misschien ben ik wel gek en zou ik niet moeten googlen. Maar ik weet inmiddels redelijk wat over autisme. Het zijn niet allemaal 'Rain Mans'. Er zijn verschillende vormen en er zijn daarbinnen ook weer verschillende kenmerken. De een heeft dit sterker en de ander dat sterker. Er is wel degelijke en gevoelsleven, juist een heel rijk, gecompliceerd gevoelsleven en je kunt wel contact krijgen. Het is niet erg en niet zielig en je kunt er gewoon honderd mee worden.

Maar ik ben bang.

Bang voor de toekomst. Bang voor mijn eigen gevoelens. Bang hoe men tegen hem aan kijkt of aan gaat kijken. Ik ben bang dat het leven complex wordt voor hem. Dat hij geen raad weet met de wereld om hem heen. Dat hij koste wat het kost controle wilt houden, dat hij ongelukkig zal zijn en … STOP! Hij is nog steeds maar drie jaar. Hij is een blij, gelukkig, vrolijk mannetje vol fantasie. Hij geniet van kleine dingen om hem heen. Hij knuffelt met al zijn dierbaren en speelt eindeloos met van alles en nog wat. Hij wordt blij van muziek en danst erop. Hij maakt vrolijke tekeningen, hij helpt met kleine klusjes, hij is trots als hij zelf iets kan.

Er is geen diagnose gesteld. En ik denk dat dat voorlopig ook nog niet zal worden gesteld. Pepijn zijn eerste prioriteit is om goed te gaan praten. Onze prioriteit is om hem daarbij te helpen en om zichzelf te mogen en kunnen zijn. Want hij is fantastisch zoals hij is.