En toen stelde ik me voor dat de mandarijn een mens was geweest: niet perfect, maar verder heel oké. En ik stelde me voor hoe de mandarijn over zichzelf zou hebben gedacht. Waarschijnlijk als volgt: 'Kijk mij nu eens. Een mandarijn met een deuk, een mandarijn met een vlek. Hier lig ik maar te verschrompelen en te verdrogen. Niemand die mij moet. En dan, als ik wel wordt gegeten, wat treffen ze dan aan? Een klein oud mandarijntje. Niet meer zo vol en zo zoet als ik ooit was. Nee, ik ben een mandarijn van niks....'
En ik wilde de mandarijn met terugwerkende kracht wel toeschreeuwen: 'Nee, nee! Je bent geen mandarijn van niks. Je bent een prachtige, heerlijke, mooie, lekkere mandarijn. Dat deukje en dat vlekje, dat is niets. Ik vind je juist leuker als je niet helemaal perfect bent. En oké, je was wat oud en wat verdroogd. Nou en! Dat gebeurt bij mandarijnen, niks om je zorgen over te maken. Weet je wel hoe heerlijk je smaakte en hoe lekker je rook? Dat was het mooie aan je: dat je nog zo verrassend lekker was. De inhoud is dus echt belangrijker dan het uiterlijk. Ook bij mandarijnen! Niet zo sippen, mandarijntje. Als je schouders had gehad: zet ze naar achter. Als je een mond had gehad: trek je lippen omhoog. Als je een rug had: recht hem. Wees trots op jezelf. Je bent mooi zoals je bent.'
Daarna had ik het vage gevoel dat ik hier iets van kan leren. Ik weet nog niet helemaal wat precies....