dinsdag 7 januari 2014

Mandarijn

In een vergeten hoekje vond ik een mandarijn. Ik hield hem in mijn hand en bekeek hem aandachtig. Hij was niet helemaal perfect. Er zat een deukje in. Dat kon me niet schelen, het was nog steeds een mooie oranje, smakelijke mandarijn. Zijn schilletje was ook niet helemaal perfect, er zat een vlekje op. Ook dat interesseerde me niet. Ik begon te pellen, een straaltje zuur sap spoot in mijn oog. Ik kneep mijn oog dicht, wreef er even in en ging door met pellen, nauwelijks van mijn stuk gebracht. Er kwam een miezerig, klein en naakt mandarijntje te voorschijn, die nogal ruim in zijn vel had gezeten. Hij was wat verdroogt, verschrompeld bijna. Maar hij rook heerlijk. Ik peuterde er wat losse velletjes af. Nam een los partje en trok, tot mijn grote genoegen, het witte draadachtige vezeltje er in een keer van af. Ik stak het partje in mijn mond. Hij smaakte wat oud, was niet zo sappig als een kakelverse mandarijn, maar eigenlijk nog steeds erg lekker: zoet en fruitig. In een mum van tijd at ik partje voor partje op, schoof ik de resten van de schillen en velletjes bij elkaar en gooide ze tevreden in de vuilnisbak. Mijn handen roken lekker naar mandarijn, de smaak zat nog in mijn mond en ik besloot dat het een fijne mandarijn en een prettig eetmoment was geweest.



En toen stelde ik me voor dat de mandarijn een mens was geweest: niet perfect, maar verder heel oké. En ik stelde me voor hoe de mandarijn over zichzelf zou hebben gedacht. Waarschijnlijk als volgt: 'Kijk mij nu eens. Een mandarijn met een deuk, een mandarijn met een vlek. Hier lig ik maar te verschrompelen en te verdrogen. Niemand die mij moet. En dan, als ik wel wordt gegeten, wat treffen ze dan aan? Een klein oud mandarijntje. Niet meer zo vol en zo zoet als ik ooit was. Nee, ik ben een mandarijn van niks....'

En ik wilde de mandarijn met terugwerkende kracht wel toeschreeuwen: 'Nee, nee! Je bent geen mandarijn van niks. Je bent een prachtige, heerlijke, mooie, lekkere mandarijn. Dat deukje en dat vlekje, dat is niets. Ik vind je juist leuker als je niet helemaal perfect bent. En oké, je was wat oud en wat verdroogd. Nou en! Dat gebeurt bij mandarijnen, niks om je zorgen over te maken. Weet je wel hoe heerlijk je smaakte en hoe lekker je rook? Dat was het mooie aan je: dat je nog zo verrassend lekker was. De inhoud is dus echt belangrijker dan het uiterlijk. Ook bij mandarijnen! Niet zo sippen, mandarijntje. Als je schouders had gehad: zet ze naar achter. Als je een mond had gehad: trek je lippen omhoog. Als je een rug had: recht hem. Wees trots op jezelf. Je bent mooi zoals je bent.'

Daarna had ik het vage gevoel dat ik hier iets van kan leren. Ik weet nog niet helemaal wat precies....




zaterdag 28 december 2013

Balans

Sommige mensen zijn er goed in: leven. Bij hen loopt altijd alles op rolletjes. Het huis is spic en span, er liggen geen vergeten kliekjes in de koelkast, de bezem ligt niet verticaal over het looppad naar de schuur toe, maar staat netjes tegen de schuur aan. Zij doen vervelende klusjes altijd eerst voor ze aan leuke klussen beginnen. Sokken met gaten er in worden direct weggegooid en niet met gat en al weer in de la gestopt. De kleren liggen op keurige stapeltjes in de kast, de kerstspullen staan op 2 januari op zolder en liggen niet nog een maand op de overloop. Schilderijen hangen recht, er ligt nooit stof onder het bed, ze spoelen altijd de borden af voor ze de vaatwasser in gaan en ze eten vrijwel nooit met een bord op schoot voor de televisie. En Robert ten Brink kan altijd zomaar binnen vallen, want hun haar zit altijd goed, ze hebben nooit hun shirt per ongeluk binnenstebuiten aangetrokken en ze zijn altijd al lang klaar met eten, zodat er ook geen bordjes met boterhamkorsten liggen en die paar kruimels die op de grond gevallen zijn, zijn al lang en breed opgeveegd en niet onder de bank geschopt.



Je voelt hem al aankomen: zo ben ik niet. Ik wil wel heel graag zo zijn. Want dan is het leven waarschijnlijk prettiger. Ik erger me suf, omdat ik dat witte t-shirt toch met de donkere was heb mee gewassen, omdat hij anders zo heel alleen achter bleef in de wasmand en nu dus een beetje grauw geworden is. Ik irriteer me dat de batterijen uit de afstandsbediening vallen,omdat het klepje kwijt is geraakt en het plakbandje waarmee de boel is vastgezet al weer loslaat. Ik zucht diep als ik een la niet open krijg, omdat er veel te veel in ligt en ik niet weet waar ik dan al die plastic bakjes en bekertjes moet laten die ik ook niet weg wil gooien, want het is zo handig als de kinderen (of ikzelf) willen schilderen en het als verfbakje willen gebruiken. Ik hap naar adem als ik de telefoon wel hoor over gaan, maar hem niet kan vinden, omdat hij niet terug op zijn plekje is gezet en nu ergens onder een stapel handdoeken, boeken, tablets, Donald Duckjes, of alleenstaande sokken terecht is gekomen. Die sokken gooi ik trouwens ook niet weg, want je weet maar nooit of de partner weer op komt duiken uit de duistere plekken van het huis waar sokken heen gaan als ze van hun wederhelft af willen en anders maak ik er ooit nog wel eens hele leuke creatieve grappige en professionele handpoppen van die ik voor veel geld ga verkopen zodat ik eindelijk eens echt rijk kan gaan worden.



Ik droom van een opgeruimd en georganiseerd leven. Ik kan ontzettend blij worden als ik een hele middag met een kamer ben bezig geweest en alles (min of meer) weer op zijn plek staat. En met elke vuilniszak die ik weggooi, voel ik mezelf ook opgeruimder en leger worden. Ik sta dan uiteindelijk in de deuropening weer een potje te zuchten, maar nu van genot en kan me maar moeilijk losmaken van het perfecte plaatje wat ik zelf heb gecreëerd. Ik barst dan van de energie en het is dat ik kinderen van school moet halen, verantwoorde maaltijden moet koken of brieven moet posten die allang gepost hadden moeten worden (kerstkaarten op 27 december, dat idee) anders zou ik wel met elke kamer in het huis door willen gaan.



Om aan mijn behoefte voor orde en netheid te voldoen, kijk ik graag naar plaatjes van perfecte huizen. Ik heb ontzettend veel woonbladen die op de wc, in de gang, op de overloop, naast mijn bed en in de werkkamer liggen en ik blader er regelmatig in om inspiratie op te doen. Daar zie ik opgeruimde, knusse, relaxte huizen waar niets te veel staat en alles een eigen plek heeft. Ik heb werkelijk geen idee waar zij hun telefoons, opladers, rekeningen, tekeningen, boodschappenlijstjes, kortingsbonnen, pennen, kleurpotloden, vazen, dvd's, usb-sticks, rolletjes pepermunt, opschrijfboekjes, tijdschriften, opgeblazen ballonnen van de Praxis, lege schoenendozen, puzzels-die-nog-leuk-zijn-voor-de-jongste-maar-niet-meer-in-de-kast-passen, agenda's, drie netjes met mandarijnen (aanbieding), batterijen (volle en lege), keycords, zonnebrillen, afstandsbedieningen (van tv, dvd-speler, digitale ontvanger en de wii), zakje met een lolly, spekje en tolletje van een partijtje, een ovenschaal van schoonmoeder die nog terug moet, sleutels, zaterdagkrant (nog niet uit) en doos met tissues laten. En dit is nog maar een greep uit mijn dagelijks terugkerende ergernis. Veel dingen hebben wel een plek, maar soms ben ik die vergeten en soms is het gewoon handiger om het voor het grijpen te hebben. In de woonbladen reppen ze niet over alledaagse rommel, die bestaat gewoon niet of hangt heel stylish aan de magneetverf behandelde muur met te gekke magneten, die allemaal bij elkaar passen en waar nooit een reclame-exemplaar bijzit. Zelfs de kaarten die ze ontvangen en de uitnodigingen voor allerhande bijeenkomsten passen altijd heel goed bij elkaar, qua kleur en vorm. (En ik verdenk ze er sterk van dat hun kinderen net zo lang tekeningen moeten maken tot dat die er ook weer bij passen.)




Maar gelukkig is er Pinterest. En daar blijkt dat de behoefte aan opruimen, orde en netheid bij veel mensen leeft. Zoek maar eens op 'organise' en er gaat een wereld voor je open. Ik weet nu ook wat 'clutter' betekent, dat was tot vorig jaar nog een volkomen onbekend Engels woord voor me. 'Clutter' is rommel, opeenhoping, verzameling, bende en chaos, of zoals een Engels woordenboek het omschrijft: 'Excessive physical disorder'. En op Pinterest vind je veel, heel veel, manieren om die 'clutter' in te dammen. Kasten vol met opgeruimde dozen, lades met gesorteerde sokken, planken met bij elkaar horende manden, wanden waar emmertjes aan hangen vol met potloden, stiften en pennen, schoenen gesorteerd op kleur, opladers gewikkeld in handige elastiekjes, een kleerhanger wordt hergebruikt als plakbandhouder (in de woonbladen noemen ze gekleurd plakband trouwens 'masking tape'), sieraden hangen aan koffiebekerhouders en glazen potten ('mason jars') worden hergebruikt om schroefjes, oude legosteentjes, kruiden, usb-sticks of kralen in op te bergen. Er staan voorbeelden van lijstjes die je in de keuken op kunt hangen, zodat je af kunt strepen dat je op maandag de wc's moet schoonmaken, op dinsdag de vuilnis moet wegbrengen en op woensdag gehakt moet kopen.



Ik schreef het al in de eerste zin: 'Sommige mensen zijn er goed in: leven.' Ook ik denk regelmatig na wat toch de zin van het leven is, wat we hier op aarde doen en wat ons gelukkig en tevreden maakt. En op een dag wist ik het antwoord: Het hoogste doel in het leven is: chaos bestrijden. Op elk niveau wordt dat toegepast. Alles moet geordend en gestructureerd worden. Chaos brengt ons mensen uit balans. Daar worden we onrustig en ongelukkig van. Ook ik. Dus ik bestrijd chaos. In mijn huis en dus ook in mijn hoofd. Dat geeft weer ruimte en rust en daar word je tevreden van. En het hoogste doel in het leven is toch wel om tevreden te zijn.



Ik ga dus weer hard aan de slag om te leren leven. Om de chaos te bestrijden en om orde en netheid te creëren. Kast voor kast, la voor la en kamer voor kamer ga ik aanpakken. Tot ik straks stuit op de kamer van mijn negenjarige zoon. Achter zijn deur bevindt zich de ultra-clutter, alsof er een explosie is geweest van knuffels, stripboeken en vooral lego. Meestal doe ik mijn ogen dicht als ik zijn bed recht wil trekken of de gordijnen wil openen. Alle moed om daar aan te beginnen zakt me in de schoenen. Maar soms moet het. Ik stop legoblokje na legoblokje in dozen en de vloer komt weer te voor schijn, de knuffels zet ik planken en ik kan zijn bed weer zien, de stripboeken leg ik recht en eventjes geniet ik van de aanblik van de nette kamer. Heel even maar, want dan komt hij binnenstormen en roept boos uit: 'Wat heb je gedaan? Nu kan ik niets meer vinden! Ik was daar aan het spelen, je hebt de poppetjes weggehaald uit mijn verhaal! Die knuffels horen daar helemaal niet en waar is de Donald Duck die ik aan het lezen was? Nu klopt het niet meer en kan ik weer helemaal overnieuw beginnen! 'Maar schat, het was zo'n rommel....' 'Het was helemaal geen rommel, alles lag juist goed! Het was precies goed zoals het was!'

En tja, daar gaat mijn theorie.



Maar ik heb een nieuwe zin van het leven: Niet de chaos bestrijden, maar in balans blijven. Voor de een is dat orde scheppen, voor de ander is dat het mooie vinden in de chaos om ons heen.



Ik wens je een evenwichtig 2014 toe!



vrijdag 1 november 2013

gelezen: De viool van mijn moeder







Het begon met een oproep op facebook. Daar stond de vraag wie een exemplaar van het boek 'De viool van mijn moeder' wilde ontvangen om het te lezen en te beoordelen. Het eerste hoofdstuk was alvast online gezet. Ik was nieuwsgierig, had een vakantie in het vooruitzicht en het eerste hoofdstuk sprak me aan. 


Het boek arriveerde, ging in de koffer en in de tropische Turkse zon begon ik aan het relaas van de schrijfster Yvonne van den Berg.




Autobiografisch 


Het is een 'autobiografische roman over een Nederlandse familie met een oorlogsverleden'. Zo staat het op de voorflap. Nu moet ik eerlijk toegeven dat ik dat niet had gelezen. Of waarschijnlijk wel gelezen, maar niet tot me door laten dringen. Ik las, vooral het eerste deel, als fictieve roman. Dat is niet zo heel verwonderlijk, want het eerste deel gaat over de jeugd van de hoofdpersoon. (Bovendien heet de hoofdpersoon heel anders dan de schrijfster zelf.) Waarschijnlijk is dan ook veel fictief, niet meer echt zoals ze het herinnert, maar aangevuld met foto's, verhalen en beelden. Ze beschrijft het zoals het zo ongeveer gegaan zou moeten zijn. Het tweede deel gaat over het recente verleden. Als de schrijfster al volwassen is. Het tweede deel voelt veel autobiografischer (en dus minder fictief) aan. Het zijn recente herinneringen en gedachten en gevoelens die heel reëel zijn.


Ach, niet dat het veel uitmaakt. Ik heb genoten van het boek. Langzaamaan besefte ik dat dit een echt gebeurd verhaal was. Een fascinerend en intrigerend verhaal over keuzes en de enorme gevolgen daarvan. Maar ook een boek over misverstanden, eenzaamheid, onredelijkheid en natuurlijk muziek.


Yvonne van den Berg










Muziek

Klassieke muziek speelt een grote rol in het boek. De schrijfster is musicus en ze schrijft met veel kennis en passie over bepaalde muziekstukken. Nu gaat mijn eigen klassieke muziekkennis niet veel verder dan de Fur Elise en de vijfde symfonie van Beethoven, maar het was mooi om te lezen hoe ze kracht en troost vond in de muziek. Het boek zou als e-book een extra optie moeten hebben om de muziek erbij te horen. Ik heb het achteraf opgezocht op You Tube (ook omdat ik in geen internet had in de Turkse zon). Om te ervaren wat zij ervoer en om beetje in te voelen wat ze bedoelde.  Vooral de fluitpartita van Bach speelt een grote rol in het boek en is bijna verplichte kost om dat te beluisteren.

En kijk, dat zie ik nu pas, nu ik het boek doorblader en achterin lees: 'De werken zijn te beluisteren op www.devioolvanmijnmoeder.nl' Handig. De desbetreffende stukken uit het boek staan er ook onder.




NSB

De opa van de hoofdpersoon Else is lid geweest van de NSB in de Tweede Wereldoorlog. Een keuze die verstrekkende gevolgen zou hebben. Over die gevolgen gaat het boek. De moeder van Else lijdt enorm onder de keuze van haar vader. Ze maakt vlak na de oorlog een vreselijk jaar mee en kan niet meer gaan studeren aan het conservatorium zoals ze van plan was. Haar viool raakt ze niet meer aan en ligt te verstoffen op de zolder tot Else hem weer vindt. Else lijdt op haar beurt weer onder de negatieve gevoelens van haar moeder die erg dominant aanwezig zijn in het gezin. Pas nadat haar moeder overleden is, vindt ze weer rust en ook begrip voor haar moeder.

Mooi

Ik vond het een mooi boek. Intrigerend en boeiend. Het is een aspect van de gevolgen van de oorlog waar nog maar weinig over geschreven is en waar (nog steeds) een taboe over bestaat. Yvonne van den Berg schrijft levendig en meeslepend. Je ziet als het ware de hoofdpersonen voor je. De gevoelens en gedachten van de jonge en de oudere Else worden versterkt door de uitleg van de muziekfragmenten. Het is ook bewonderenswaardig beschreven, het is immers het relaas van Yvonne zelf. Het is haar verhaal, over haar familie. Het is geen makkelijk verhaal, maar een emotioneel verhaal, waarbij de keuze van haar opa nog jarenlang nadreunt in de familie. Het is knap geschreven met een mooie opbouw en een bevredigend einde. Ik kan het iedereen aanraden. Lees hier alvast het eerste hoofdstuk.






vrijdag 13 september 2013

Dyslexie



'Wat staat er op je arm?', vroeg ik aan Julian (11) 'O', antwoordde hij, 'Er staat hat en had. Ik wist niet meer hoe je het schreef.'

'Ik heb het schoolreisje al in mijn agenda gezet,' ze Finn (9). Er stond: 'soolreis blaidop'


'Wat ruikt het hier vies!', riep ik uit. Pepijn (4) zei: 'Mij ruike ook ill.'

Pepijn heeft ESM, daar schreef ik al eerder over. Ernstige Spraak Moeilijkheden. Hij gaat daarvoor naar speciaal onderwijs. Ze letten daar sterk op dyslexie. Er schijnt een grote overlap tussen ESM en dyslexie te zijn.

'Schrijf je 'terug' nu met een of twee erren?', vroeg mijn man. Ik wilde roepen: Dat weet je nu toch wel, maar zei niets. Want: dyslexie.

En zo kwam het dat ik in de wereld van 'dyslexie' dook. Ik googelde en kwam op tal van sites met onwaarschijnlijk veel informatie. Ik las over speciale hulpmiddelen, diagnoses, behandelingen en ervaringen op school. Ik las over de worstelingen, het onbegrip, de opluchting en over nog meer worstelingen. Met school. Met de samenleving. Met de zorgverzekeraars. Met instanties. Met behandelaars. Met methodes. Er was zoveel informatie. Er zijn dyslexiesteunpunten, dyslexieforums, dyslexiestartpagina's, dyslexiemethodes, dyslexiebrillen, dyslexieboeken... Er zijn mensen die dyslexie beweren op te kunnen lossen in een paar weken. Er zijn mensen die beweren dat dyslexie niet bestaat. Er zijn mensen die beweren dat dyslexie te vaak wordt toegekend. Er zijn mensen die beweren dat dyslexie gewoon een andere manier van 'kijken' is. Er zijn mensen die beweren dat dyslexie behandeld kan worden met speciale hulpmiddelen. Er zijn mensen die beweren dat dyslexie nooit meer over gaat. En zo zijn er nog veel meer beweringen.


En door al die informatie zag ik het bos nog wel, maar de bomen niet meer.

dyslexia!

Het werd tijd om eens wat dingen op een rijtje te zetten. En dit durf ik nu met enige zekerheid vast te stellen:
  • Dyslexie is een aangeboren 'afwijking', die in sterke mate erfelijk is.
  • Dyslexie bestaat er in verschillende vormen. Zo kan het zijn dat je prima kunt lezen, maar slecht kunt spellen.
  • Dyslexie is 'een andere manier van denken en informatieverwerking'. Niet per se slechter of beter, maar anders. Anders dan de meeste mensen denken en anders dan degenen die ons schoolsysteem hebben bedacht.
  • Dyslexie wordt slecht herkend bij (hoog)begaafdheid
  • Er wordt in Nederland aan te veel kinderen een dyslexieverklaring afgegeven in vergelijking met andere landen.
  • Je krijgt de diagnose en eventuele behandeling van dyslexie alleen vergoed uit de basisverzekering als er sprake is van 'ernstige dyslexie'. Ik ben er nog niet uit wat dat dan weer inhoudt.
  • Er lijkt een grote overlap tussen dyslexie en andere 'aandoeningen' te bestaan, zoals ADHD en autisme. Soms wordt het zelfs met elkaar verward en krijgt een kind het etiket ADHD, terwijl hij 'alleen maar' dyslectisch is.


Ik heb het aangekaart op school. Bij Julian gaat er nu serieus bekeken worden of er inderdaad sprake is van dyslexie. Bij Finn moet ik het balletje nog maar eens gaan opgooien. Pepijn is nu nog te jong om daar iets zinnigs over te zeggen. Gelukkig is de school daar ook zelf heel alert in.


Ik wacht ondertussen af en google nog een tijdje door. Ongetwijfeld wordt dit verhaal nog vervolgd...  

I am dyslexic, but I learned to read at an early age and it only seems to affect my ability to spell (& of course math is just out of the question)

maandag 15 juli 2013

Bloginterview door @marysjabbens

Zondagmiddag, stralend weer en ik zit binnen een interview te geven. Maar dat geeft niets, want volgens mij vind ik dat leuker dan zinloos in de tuin hangen.

@marysjabbens ken ik van twitter. Ze vroeg mij mee te doen aan een bloginterview. De vragen zijn dus van haar. De antwoorden van mij.

Wil je je even voorstellen?
(Ik zie ineens dat ik geen informatie over mezelf op deze blog heb staan. Dat komt op mijn 'te-doen-lijst'.) Ik ben Anneke van Bostelen. Moeder van drie zonen van  11, 9 en 4 jaar. Geboren op zesentwintig september negentienhonderdzeventig. Ik heb Nederlands gestudeerd en ben een groot taalliefhebber, maar geen taalpurist. Ik vind het vooral interessant wat je met taal kunt doen, hoe je er mee kunt spelen, wat je er mee kunt bereiken, wat het met mensen kan doen, welke invloed het op de samenleving heeft. En ook de combinatie beeld en taal heeft mijn belangstelling. Ik hou nog een blog bij waarbij dit duidelijker naar voren komt: www.letterkundig.blogspot.nl. Een blog over letters in alle soorten en maten.


Wat is de reden dat je bent gaan bloggen?
Ik wil schrijven, ik moet schrijven, ik heb een drang om te schrijven. Waarschijnlijk omdat het mijn gedachten ordent, beter dan wat dan ook. En misschien wil ik ook gewoon wel creëren. Want naast schrijven, teken en fotografeer ik ook graag (maar veel te weinig). Ik ben pas gaan bloggen toen ik ben gaan twitteren, ik vond dat je met een reden moest twitteren. Dat vind ik nu allang niet meer, maar in 2010, toen ik met mijn andere blog begon, nog wel. Ik kreeg na een tijdje het gevoel dat ik over meer onderwerpen wilde schrijven en bloggen en ben in een opwelling deze blog begonnen, met een vreselijk slechte naam. De gedachte is dat ik schrijf over wonen (ik verslind woonbladen en wil stiekem stilist worden). Werken (of het gebrek aan werk, zoals nu het geval is). En waarderen (dat is nogal een breed begrip, het omvat alles wat ik kan waarderen). In de praktijk gebruik ik de blog om te schrijven over wat mij persoonlijk bezighoudt.


Hoe lang blog jij al?
Sinds augustus 2010, meen ik. Deze blog heb ik sinds begin 2012.  Ik had het trouwens veel eerder moeten doen.

Hoe vaak blog jij?
Dat verschilt, van dagelijks tot aan halfjaarlijks. Ik wil eigenlijk elke dag wel iets schrijven, maar dat lukt in de praktijk niet. En soms 'vergeet' ik het een tijdje en zijn er zo weer een paar maanden voorbij. Dan volgt de periode dat ik me schuldig ga voelen en boos op mezelf ben ('Waar is je zelfdicipline? Dit is toch wat je wilt? Waarom doe je er dan niks aan?') Maar het gebeurt ook dat ik lastig vind om over iets te schrijven, terwijl ik het wel graag wil delen. Zo heb ik al een paar stukjes geschreven, maar niet gepubliceerd.

Heb jij vaste tijden waarop jij je blog schrijft?
Nee. Vaak 's avonds, soms op de dag. Soms als de jongste stilletjes op de Ipad zit en ik alleen even mijn mail wil checken en dan snel, snel een stukje ga schrijven, wat altijd langer duurt dan ik wil, waardoor ik me weer schuldig ga voelen, omdat hij dan nog steeds op de Ipad zit in plaats van verantwoorde puzzels zit te maken...


Heb je altijd een thema of idee waarover je wilt bloggen of komt dat pas als je er voor gaat zitten? 
Soms wil ik gewoon schrijven om het schrijven. Maar vaak weet ik van te voren wel dat wat in mijn hoofd borrelt, al dagenlang, er uit moet. Dan heb ik al halve zinnen gevormd, een opbouw gemaakt en de boel gestructureerd.

Blog jij over alles?
Nee, ik vind niet alles leuk en interessant. Maar ik houd me bij deze blog niet echt aan een strak thema. (Bij mijn andere blog uiteraard wel. Dat is overigens wel makkelijker.) Ik blog alleen wat mij bezighoudt en dat kan van alles zijn. Maar ik heb ondertussen ook al weer ideeën voor nog zo'n 10 andere blogs. Misschien dat ik daar ooit nog eens tijd voor vind...

Hoe zou je jouw blogs omschrijven?
Mijn andere blog is een puur informatieve en vermakelijke blog over letters. Deze blog is persoonlijker en voelt kwetsbaarder. Maar dat komt omdat ik hier meer van mezelf laat zien en over mijn kinderen schrijf. Ik vind dat een moeilijke combinatie, omdat ook zij kwetsbaar zijn en jong en recht op privacy hebben.Terwijl ik een sterke behoefte heb om te schrijven over mijn worstelingen en wat ik tegenkom in mijn zoektocht naar begrip en erkenning. En ik merk dat ik ook anderen kan helpen met wat ik schrijf. Tot nu toe heb ik (bijna) alleen geschreven over de jongste die ESM heeft. (Dat staat voor Ernstige Spraak Moeilijkheden.)


In hoeverre en waarom houd jij rekening met jouw lezers, of doe je dat helemaal niet?
Ik schrijf een blog om te kunnen delen, ook met vreemden. Anders zou ik het bij brieven kunnen houden. Of een dagboek. Ik probeer het dus goed leesbaar te maken. Ik probeer om geen taal- en typefouten te maken. Maar ik schrijf toch ook voor mezelf, op de manier die ik fijn vind. Het is een beetje dubbel dus.

Zijn er onderwerpen waarover je wilt schrijven maar het nog niet durft/wil/kan?
Ja. Dat gaat met name over mijn twee andere kinderen die ouder zijn. Er liggen al een paar stukjes klaar, maar ik twijfel. Het is internet, het blijft voor eeuwig in dat wereldwijde web hangen. Het baat misschien wel, maar schaadt het dan ook?


Hoe belangrijk zijn de statistieken voor jou?
Voor deze blog houd ik ze niet zo bij, ik kijk er wel eens naar, maar het is niet zo spectaculair. Op mijn andere blog kijk ik er vaker naar. Ik was vorig jaar blij verrast toen er na een melding in een nieuwsbrief op een dag een paar duizend mensen hadden gekeken. Dat streelt toch wel.

Op wat voor manier en waar, maak je kenbaar dat je een nieuw blog hebt geschreven? 
Zodra ik mijn blog heb gepubliceerd, druk ik op het Twittericoontje en deel het op Twitter en daarna op Facebook. Op Twitter deel ik het soms (maar ik vergeet het vaak) een aantal keer. Op Facebook maar een keer. Ik heb wel eens wat geprobeerd met automatische Twitterberichten, zodat ik het niet meer vergeet en zodat ik het op betere tijden dan 23.34 uur 's avonds, kan plaatsen. Maar dat is me (nog) niet gelukt. Ik moet me daar maar eens in gaan verdiepen. Google+ heb ik wel, maar snap ik niet. En ik heb een paar trouwe volgers met hun icoontje op mijn blog staan. Dat wil ik ook bij andere blogs, maar ik weet nog steeds niet hoe dat moet.


Ben je tevreden over jouw site?
Nee joh. Ik blog met het gratis Bloggerprogramma, maar ik wil natuurlijk een gelikt www-adres hebben. De naam is drie keer niets  Ik kan het uiterlijk wel veranderen, maar daar ben ik dan zo lang mee bezig en ik twijfel dan steeds over de lettertypes en de kleuren en de lay-out... Ik ben niet volledig (die bio die ontbreekt), ik blog te weinig en niet regelmatig. Maar ach. Aan de andere kant ben ik blij dat er zulke gratis blogprogramma's bestaan met een voorbedachte lay-out voor mensen die weinig tijd en sjoege hebben. Die naam verander ik nog wel een keer en ooit blog ik gewoon elke dag.

Wat vind je van de reacties van lezers op jouw blog? 
Ik vind het heel fijn om reactie te ontvangen. Als je dan eenmaal klaar bent met je verhaal en het de wereld instuurt, wil je natuurlijk wel weten wat men er van vindt. Ik krijg de meeste reacties op mijn verhalen over Pepijn. Dat is logisch, maar ook fijn. Mijn eerlijkheid en openheid wordt gewaardeerd. En soms help ik er iemand mee die met hetzelfde worstelt.



Wat ontzettend goed idee dit bloginterview! Het is leuk om te doen en ik leer me zelf ook weer een beetje kennen. Want ik weet nu beter dan ooit dat ik meer wil schrijven, dat ik al die ideeën die ik in mijn hoofd heb echt vorm wil gaan geven (nou ja, minstens de helft) en dat ik er echt eens voor moet gaan zitten om de site mooier te maken. Ik heb wel een soort neiging om een virtueel stokje door te geven aan een andere blogger. Maar dat is de taak van Mary. :-) Neem ook eens een kijkje op haar site (www.marysjabbens.nl/en lees dit maar eens.

dinsdag 2 juli 2013

Het verborgen hart van de gerbera



De gerbera is een bloem. Een bloem zoals een bloem hoort te zijn. Een hart in het midden, veel blaadjes er om heen. Een bloem die je als kind tekent. De bloem der bloemen. De oerbloem.





De gerbera is er in vele kleuren. Snoeperige, felle kleuren. Rood, oranje, geel, knalroze. Het is net of ze gemaakt zijn van E-nummers.

De gerbera is een statige bloem. Met een lange stevige bladloze steel. Hij reikt naar boven, naar het zonlicht.


De gerbera is een populaire bloem. Je koopt ze per stuk of in een bosje van 10. Thuis pak je verschillende hippe vaasjes, een dienblad en verdeelt de bloemen over de vaasjes en zet ze op het blad. Een snel, makkelijk en goedkoop stylingidee. Staat altijd goed en mislukt nooit.


De gerbera is een vrolijke bloem. Een oppepper op sombere dagen. Altijd goed voor een glimlach op je gezicht.


Ik vind alleen de naam gerbera niet zo mooi. Te grof, te lomp. Ik moet dan denken aan kaplaarzen in modderpoelen, stamppot met worst en makkelijke korte grijze haren onder een regenkapje. Daar is niets mis mee, maar het past niet bij deze bloem. Zij verdient een meer sierlijke en tegelijk vrolijke naam. Zij verdient het ook dat ze als voornaam kan worden gebruikt, zoals haar vriendinnen Iris, Madelief en Roos. 



Ik kreeg een bosje oranje gerbera's van Albert. Gratis. Anders gooide meneer Heijn ze weg. Ze stonden uiteindelijk ruim twee weken lang in verschillende vaasjes op een dienblad in de kamer. En toen gebeurde er iets moois.



In een uitgebloeide gerbera zit een blaasbloem verborgen. Dat wist ik niet, net als bij de paardebloem komen er parachuteachtige zaadjes te voorschijn. Prachtige pluizige sterretjes.












Ik heb de bloemen uitgeplozen en bewonderd. En uiteindelijk tientallen wensen in een flesje gestopt. Om te bewaren. Of om weg te geven.



Ik wens je een fijn en gelukkig leven vol bewondering voor de kleine dingen.





zondag 23 juni 2013

Pepijn - 2

Pepijn heeft een ernstige spraakachterstand. Hij is vier jaar, maar praat als een tweejarige. Korte zinnen, kromme woorden. Maar hij gaat vooruit. Stapje voor stapje. Hij maakt prachtige zinnen die alleen hij kan maken: 'Papa douche in', antwoordde hij toen ik vroeg waar zijn vader was. En toen ik hem wilde helpen met zijn schoenen aan doen, zei hij: 'Pepijn kanne zelf mij.' Af en toe pakt hij mijn gezicht beet en fluistert dan: 'Mij pepe?' Dat is zijn manier om te vragen of hij op de Ipad mag. Hij oefent op onze moeilijke voornamen: 'Anke' (dat ben ik), 'Nin' (broer Finn), 'Jui-jou' (broer Julian) en soms zelfs 'Juu...jie...jan' en 'Daanjel' (papa Daniel). En hij riep zomaar: 'Henk!' toen opa langskwam. Geheel foutloos!

Hij kan en wil ook steeds meer vertellen. Wat hij ziet op straat: 'Mama, mij poes zien.' en 'Koekoch, wart wit Koekoch, ekker!' (Een zwart met witte vogel: een ekster!) Wat hij meemaakt op school. Wat hij ziet op televisie. Elk rupsje, miertje en piepklein spinnetje moet ik komen bekijken en hij wil weten wat het doet, waar het naar toe gaat, wat het eet. Met zijn begrip en met zijn verstandelijke vermogens is niets aan de hand. Hij is wat dat betreft een gewone kleuter vol levenslust en ontzettend leer- en nieuwsgierig naar de wereld om hem heen.

Maar het is soms nog lastig. Er valt zoveel te zien. En er valt zoveel in te halen. Al die jaren dat hij zich niet goed kon uiten moeten worden ingehaald, zo lijkt het wel. Dus hij praat en kletst en roept en schreeuwt. En de zinnen beginnen steeds opnieuw. Hij kan er nog niet goed bij. Hij weet wel wat hij wil zeggen, maar het opbouwen van een zin is nog zo moeilijk. Dus hij wijst naar de spullen in het boodschappenkarretje en zegt: 'Die worst niet inne... die kaas niet... die worst niet inne huis, die kaas niet inne... die worst niet inne huis, die kaas niet inne huis, die appels niet inne huis!' En ik antwoord dan heel geduldig: 'Inderdaad schat, de worst was op, de kaas was op en de appels waren ook op. Dus die halen we nu weer in huis.'

In diezelfde supermarkt moest hij schaterlachen om die gekke hamsters die hij overal zag en die zelfs in autootjes reden op de reclameborden. Hij wees er naar en ik moest ze allemaal met hem bekijken. In zijn enthousiasme werd zijn stem harder en scheller en omdat hij nog zo moeilijk uit zijn woorden kan komen, duurde het lang voordat hij alles had benoemd.

Ineens zag ik dat er een jonge vrouw naar me toe liep. Ze keek geïrriteerd. 'Waarom schreeuwt hij zo?',vroeg ze aan me. Ik was overdonderd. 'Eh, hij is enthousiast', antwoordde ik. Ze snoof luidruchtig en afkeurend, draaide zich om en beende weg.

Daar stond ik. En in een fractie van een seconde zag ik het ook. Een schreeuwend kind. En een moeder er naast die er niets van zegt. Ik kreeg een brok in mijn keel van machteloze woede.

Voor haar was het een vervelend incident. Een schreeuwend kind tijdens het boodschappen doen. Ik stelde me voor hoe ze 's avonds tegen haar vriend zou zeggen: 'En niemand die daar wat van zegt, hè. Dat durven ze niet. Nou, ik heb het mooi wel gedaan. Echt niet te geloven hoe dat kind stond te schreeuwen. Hij was al best groot. Niet meer twee jaar of zo. En die moeder zei er helemaal niets van. Moet je nagaan hoe dat joch is als hij een jaar of tien is! Hij is gewoon nu al verpest!'

En ik zit er mee. Zelfs dagen er na maak ik me er nog kwaad over. Zij weet niets van mij en mijn kind. Zij oordeelt zonder te willen luisteren. Want o, wat had ik haar achteraf graag vertelt over zijn handicap en hoe blij ik was dat hij nu eindelijk ging praten. En dat dat nog wat hard en onbeheerst klinkt, neem ik voorlopig op de koop toe. Ze heeft het recht niet om mij zo aan te spreken en geheel overdonderd en verdrietig in de supermarkt te laten staan.

'Je moet je niet zo druk maken', zei Daanjel. Hij heeft natuurlijk gelijk. Ik heb het van me afgeschreven. .